wist je dat

SNOEKBAARS ♥ BRAK WATER

Baarzen leven in poldersloten en schollen in zee. Dat klopt in grote lijnen, maar toch denken veel vissoorten daar iets genuanceerder over. Die zijn niet bang voor een beetje zout. Sterker nog: als ze kunnen kiezen, zoeken ze het zilte op. Zoals de snoekbaars, die wel van brak water houdt.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG
BEELD: JANNY BOSMAN

Dat de snoekbaars brak water niet schuwt is bijvoorbeeld in het Noordzeekanaal te zien. Daar floreert Sander lucioperca in water met per liter 4 à 5 gram zeezout, wat via de sluizen bij IJmuiden naar binnen komt. De Haringvlietdam is een andere stek waar deze roofvis zijn zoute voorkeur laat zien. Als de grote rivieren veel water afvoeren en een aantal sluisdeuren op een kier staat, ontstaat aan de zeekant van de dam een geleidelijke overgang van zoet naar brak naar zout. In de sterke waterstroom worden zoetwatervissen soms meegesleurd naar zee – ook snoekbaarzen. Dat hoeft voor deze vis echter geen probleem te zijn, zo laat onderzoek met zendertjes zien. Er was bijvoorbeeld één snoekbaars die 23 keer heen en weer pendelde tussen het Haringvliet en het kustwater bij Stellendam. Vermoedelijk omdat aan de zeekant van de dam veel prooien te vinden zijn.

SNELLERE GROEI
Die uitstapjes richting het zilte leveren een duidelijk voordeel op. Zo groeit snoekbaars in het brakke water van de Baltische zee harder dan soortgenoten die altijd in het zoete water blijven. Dat komt niet alleen doordat er in brak water meer voedsel te vinden is. Het geheim zit hem in het zout, zo ontdekten onderzoekers uit Litouwen. Die hielden jonge snoekbaarsjes in aquaria met zoet water en met brak water (met vijf gram zout per liter). Vijf gram is overigens niet super zout, want zeewater bevat vijfendertig gram per liter. In beide aquaria kregen de snoekbaarzen evenveel voer, maar in brak water groeiden ze harder. De verklaring daarvoor is dat snoekbaars in brak water minder energie kwijt is aan plassen.

OSMOSE EN URINE
Dat zit zo: een vissenlijf trekt water aan via de huid en de kieuwen. Dit gebeurt via een mechanisme dat osmose wordt genoemd. Om niet op te zwellen en om alle mineralen in het bloed en de organen netjes in balans te houden, moet een vis dat overtollige water weer afvoeren. Dit gaat via de urine en dat kost energie. In brak water is de situatie duidelijk gunstiger: daar is het verschil tussen het zoutgehalte in het vissenlijf en dat in het water meer in balans. Daardoor heeft water minder de neiging om het vissenlijf op te zoeken. Snoekbaars hoeft dus weinig energie te besteden aan het uitplassen van water, waardoor er meer overblijft voor de groei.

SNOEKBAARS ♥ BRAK WATER

wist je dat

Baarzen leven in poldersloten en schollen in zee. Dat klopt in grote lijnen, maar toch denken veel vissoorten daar iets genuanceerder over. Die zijn niet bang voor een beetje zout. Sterker nog: als ze kunnen kiezen, zoeken ze het zilte op. Zoals de snoekbaars, die wel van brak water houdt.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG
BEELD: JANNY BOSMAN

Dat de snoekbaars brak water niet schuwt is bijvoorbeeld in het Noordzeekanaal te zien. Daar floreert Sander lucioperca in water met per liter 4 à 5 gram zeezout, wat via de sluizen bij IJmuiden naar binnen komt. De Haringvlietdam is een andere stek waar deze roofvis zijn zoute voorkeur laat zien. Als de grote rivieren veel water afvoeren en een aantal sluisdeuren op een kier staat, ontstaat aan de zeekant van de dam een geleidelijke overgang van zoet naar brak naar zout. In de sterke waterstroom worden zoetwatervissen soms meegesleurd naar zee – ook snoekbaarzen. Dat hoeft voor deze vis echter geen probleem te zijn, zo laat onderzoek met zendertjes zien. Er was bijvoorbeeld één snoekbaars die 23 keer heen en weer pendelde tussen het Haringvliet en het kustwater bij Stellendam. Vermoedelijk omdat aan de zeekant van de dam veel prooien te vinden zijn.

SNELLERE GROEI
Die uitstapjes richting het zilte leveren een duidelijk voordeel op. Zo groeit snoekbaars in het brakke water van de Baltische zee harder dan soortgenoten die altijd in het zoete water blijven. Dat komt niet alleen doordat er in brak water meer voedsel te vinden is. Het geheim zit hem in het zout, zo ontdekten onderzoekers uit Litouwen. Die hielden jonge snoekbaarsjes in aquaria met zoet water en met brak water (met vijf gram zout per liter). Vijf gram is overigens niet super zout, want zeewater bevat vijfendertig gram per liter. In beide aquaria kregen de snoekbaarzen evenveel voer, maar in brak water groeiden ze harder. De verklaring daarvoor is dat snoekbaars in brak water minder energie kwijt is aan plassen.

OSMOSE EN URINE
Dat zit zo: een vissenlijf trekt water aan via de huid en de kieuwen. Dit gebeurt via een mechanisme dat osmose wordt genoemd. Om niet op te zwellen en om alle mineralen in het bloed en de organen netjes in balans te houden, moet een vis dat overtollige water weer afvoeren. Dit gaat via de urine en dat kost energie. In brak water is de situatie duidelijk gunstiger: daar is het verschil tussen het zoutgehalte in het vissenlijf en dat in het water meer in balans. Daardoor heeft water minder de neiging om het vissenlijf op te zoeken. Snoekbaars hoeft dus weinig energie te besteden aan het uitplassen van water, waardoor er meer overblijft voor de groei.