lepelvissen

in Nederland

Scandinavisch

De inline lepel is in Nederland nog vrijwel onbekend. Terwijl deze Scandinavische montage – die is ontwikkeld voor de zeeforelvisserij – een saai stuk metaal in een attractief stuk kunstaas verandert. Hoog tijd dus om deze van oorsprong Deense techniek naar de Nederlandse waterkant te brengen.

TEKST: ROBERT DE WILT > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

‘Ook bij fikse wind kun je prima vissen met een inline lepel, want je vist feller en houdt dus beter contact met je kunstaas’

>> MONTAGE

Schuif eerst een rubbertje op de leader, gevolgd door een harde 3 mm kraal. Daarna komt de inline lepel, gevolgd door wederom een harde 3 mm kraal en een soft bead. Dan knoop je de dubbele splitring (of ring-splitring combi) aan de leader en daar bevestig je de haak of dreg aan. Dit is de meest uitgebreide versie, maar desgewenst kun je de stopper, bovenste kraal en splitringetjes ook weglaten – monteer dan wel altijd nog de kraal tussel de lepel en knoop om laatstgenoemde te ‘beschermen’.  

Het kan haast niet anders dan dat die trillingen het zijlijnorgaan van de roofvis enorm prikkelen. De roofblei – en elke andere rover – kan dit ‘kabaal’ uitstekend waarnemen, ook in troebel water of als het donker is.” Alle reden dus om de theorie in de praktijk eens goed aan de tand te voelen.

RUBBEREN STOPPERTJE
Eind september vliegen onze inline lepels daarom over de Lek. Alex vist met een donkergekleurd 12-grams model, ik kies voor een 14-grammer in wat fellere kleuren. Aangezien het onderste deel van de leader het bij deze visserij zwaar te verduren heeft (harde worpen, snel binnendraaien) pakken we 40/00 fluorocarbon als voorslag. “Sommige inline lepels hebben een holle kern, maar er zijn ook ‘lijnvriendelijke’ modellen, voorzien van een hol buisje”, tipt Alex. Dan heeft hij plotseling beet. Op het moment dat-ie de haak zet zie ik zijn inline lepeltje het water uit vliegen. Mijn eerst reactie is dat de vis niet hangt, maar dan volgt opeens een hoop gespetter. De inline lepel is bij de aanbeet over de leader naar boven geschoten. “Bij dit lepeltje gebruik ik geen rubberen stoppertje, aangezien dit model bij een spin-stop mooi tegen de haak blijft zitten”, zegt Alex terwijl hij het baarsje dat de lepel pakte terugzet. “Sommige inline lepels hebben de neiging om tijdens de spin-stop over de leader naar boven te glijden – weg van de haak. Dan is het bij een aanbeet op dat moment maar de vraag of de haak wel goed prikt. Monteer bij twijfel een rubberen stoppertje boven de lepel zodat deze gefixeerd blijft. Heeft de vis zich gehaakt, dan schuiven het stoppertje en de lepel alsnog heel gemakkelijk naar boven zodat de vis zich niet van de haak kan ontdoen met behulp van het gewicht van de lepel.”

Een spin-stop is een plotselinge pauze tijdens het binnendraaien, waardoor de lepel in een zijwaartse beweging naar beneden tolt

VLUCHTPOGING IMITEREN
Dit komt mede omdat veel inline lepels zo zijn ontworpen dat ze tijdens een spin-stop heel mooi gaan tollen. Bohnesen: “Het vernuft zit hem erin dat ze niet als een zoutzak recht naar beneden zakken, maar diagonaal of haast horizontaal opzij bewegen met een tollende actie. Daardoor zakken ze ook op ondiepe stekken pas na een paar seconden weg in het wier of zeegras en bevindt je lepel zich dus langer in de strike zone. Dit maakt dat je kunstaas een stuk effectiever is.” Het is evenwel juist de kunst om weer te beginnen met draaien voordat de lepel in het wier of op de bodem ploft (afhankelijk van de diepte zo’n 3 tot 7 seconden). “In feite boots je met een spin-stop elke worp een paar vluchtpogingen van wegschietende prooivis na. En vergis je niet: spin-stops maken regelmatig het verschil tussen alleen maar wat volgers krijgen en niks vangen, of pak hem beet tien Atlantische forellen vangen. Veel aanbeten komen immers tijdens de spinstop of vrijwel direct daarna als je het kunstaas weer versnelt.”

PROEFSESSIE
Hoewel de inline lepel speciaal is ontwikkeld voor de ‘kieskeurige’ Atlantische forel, moet dit Scandinavische kunstaas ook bij ons werken. “Dat weet ik haast zeker. Op het zoete zie ik bijvoorbeeld de roofblei en baars wel zo’n lepel pakken, op het zoute zal de zeebaars die vermoedelijk niet snel voorbij laten gaan”, zegt Alex Drapers. De productontwikkelaar bij Pure Fishing in Nederland – zelf een fanatiek roofvisser – houdt met reden een kleine slag om de arm. “Verbazingwekkend genoeg geniet dit systeem in de Lage Landen vrijwel geen bekendheid, laat staan dat ermee wordt gevist. Onze vertegenwoordigers krijgen de prachtige inline lepels die we met onze internationale roofvismerken ontwikkelen vanaf Hamburg en noordelijker prima aan de man gebracht, zowel bij winkeliers als bij de consument. Maar in Nederland wil de kunstaasvisser er om de een of andere reden niet aan.” Daarom besluiten we om een proefsessie te doen aan de grote rivieren.

ZIJLIJN PRIKKELEN
We besluiten ons bij deze sessie vooral te richten op de roofblei. Dat is geen forel, maar wel een rover die – net als de Atlantische forel – niet vies is van een lekker rap gevist stuk kunstaas. De inline lepel is dus perfect, ook omdat je die door de goede werpeigenschappen flink ver weg kunt zetten. Dat het water in de Nederlandse delta een stuk troebeler is dan in de kraakheldere Oostzee maakt de spin-stop vermoedelijk extra belangrijk. Drapers: “Een inline lepel die tijdens een spin-stop gedurende een paar seconden heel druk om zijn eigen as draait en daarbij heel wild zijwaarts naar beneden valt, zorgt onder water voor de nodige vibraties. 

BAARSFESTIJN
De roofblei geeft vooralsnog niet thuis, maar de teller staat in no time op vier baarzen. Nummer vijf – uiteraard veruit de grootste – zien we wel, maar daar blijft het helaas bij. Op het moment dat ik na een worp de lepel uit het water wil tillen, wordt deze gepakt. Volledig beduusd sla ik dit fascinerende schouwspel gade, maar ik vergeet simpelweg aan te slaan. Dat geeft de baars de gelegenheid om de lepel heel relaxed uit te spugen. Jammer, maar het is wel duidelijk dat baarzen niet vies zijn van een lepel die vlak voor de kant ineens drukke, tollende bewegingen maakt. We vissen fanatiek door richting het laatste daglicht om nog een roofblei proberen te strikken. Behalve nog een baarsje blijft het echter stil. “Dat zul je altijd zien: mik je op roofblei, dan hebben die een totale off day. We hebben ze ook niet zien jagen. Maar goed, de baarzen hebben bewezen dat dit kunstaas hier ook werkt”, besluit Alex. Uiteraard is zo’n inline lepel niet per se het ei van Columbus. Maar dit kunstaas vormt wel een mooie aanvulling op het assortiment én biedt de kans om weer eens iets anders te proberen.

>> INLINE LEPELS VERSUS NORMALE LEPELS

Voordelen
>> Betere inhaking
>> Minder lossers
>> Natuurlijkere loop en zwemactie
>> Spin-stops om vluchtpogingen te imiteren 
>> Dressuurdoorbrekend op drukbeviste roofvisstekken

Nadelen
>> Van lepel wisselen kost iets meer tijd
>> In Nederland is er nog weinig productaanbod

Met een dubbele splitring of ring-splitring kan je haak
vrijer bewegen, wat de inhakingskans ten goede komt.

‘Je kunt dit inline kunstaas met een dreg, maar ook met een enkele haak vissen – net waar je voorkeur naar uitgaat’

>> DIT HEB JE NODIG

Hengel: spinhengel 2.40 tot 2.70 meter, werpgewicht 10 - 30 gram
Molen: 2500 of 3000 formaat spinmolen
Hoofdlijn: 10/00 - 12/00 gevlochten lijn
Leader: 1.5 tot 2 meter 35/00 - 40/00 fluorocarbon
Inline lepels: 10 - 18 gram, in diverse vormen en kleuren
Klein materiaal: rubberen schuifstoppers (float stops), harde 3 mm kraaltjes, zachte kraaltjes (soft beads) voor knoopbescherming en dubbele splitringen of ring-splitring-combi’s
Haak: dreggen in maat 4, 6 of 8 en enkele haken in maat 1 t/m 4

Een hengelsportwinkelier in Flensburg tipte me namelijk om met inline lepels op Atlantische forel (zee- en bruine forel) te gaan vissen. De lokale zeeforelvissers zweren immers bij dit kunstaas – en de gouden regel is dat je maar beter goed naar de locals kunt luisteren. Toch voelde ik niet direct de noodzaak om te switchen naar zo’n inline model: de ‘reguliere’ 12- en 15-grams lepels waar ik mee viste leverden ook regelmatig een zeeforel op. Pas toen ik mijn eerste forel ving aan een inline lepel, was ik om. De acrobatische sprongen waarmee zeeforellen zich vaak van de haak plegen te ontdoen, haalden nu niets meer uit. De vis kan bij een ‘vaste’ lepel – waarbij de haak en lepel direct verbonden zijn – handig gebruik maken van het contragewicht van de lepel, maar dat is bij een inline lepel niet het geval. Laatstgenoemde kan namelijk over de leader naar boven schuiven. Het contragewicht is weg, dus heb je veel minder lossers. Daarmee hebben we direct het eerste voordeel van de inline montage te pakken.

SPIN-STOPS INLASSEN
In juni van dit jaar was ik terug aan de Oostzeekust. Ondanks goede vangsten tijdens eerdere trips, stond de teller dit keer na héél véél worpen nog op nul. De enige zoute forellen die ik zag kwamen achter het kunstaas aan gezwommen, maar maakten vlak voor mijn waadpak rechtsomkeert. Wat ik verkeerd deed, zat hem in een even simpel als belangrijk detail: ik varieerde weliswaar qua tempo met binnendraaien, maar laste geen ‘spin-stops’ in. Een spin-stop is niets meer dan een hele korte pauze tijdens het binnendraaien. Dus: draaien, draaien, draaien; om daar dan ineens heel abrupt mee te stoppen en een pauze van enkele seconden in te lassen. Om de lepel vervolgens weer op hoog tempo verder binnen te draaien. “Zo imiteer je een vluchtende zandaal die tijdens een achtervolging door een forel in paniek ineens besluit om naar de bodem te duiken”, legde Bohne Bohnesen van DS Angelsportcenter in Flensburg uit. “Vaak is dat de trigger voor de zeeforel om alsnog toe te happen.”

Inline of
traditioneel: lepels zijn werpkanonnen waarmee je heel erg veel water kunt bestrijken

Inline lepels worden op de markt gebracht door merken zoals Savage Gear, Westin, OGP en Sölv.

De lepel is in de hedendaagse kunstaasvisserij een beetje een ondergeschoven kindje. Dit simpele stuk kunstaas steekt ietwat bleek af tegen de levensechte, moderne soorten kunstaas die anno 2023 verkrijgbaar zijn. Toch moet je de lepel zeker niet afschrijven. In sommige situaties is dit nog altijd een topper – met als belangrijkste voordeel dat je een lepel ver weg kunt zetten en er veel meer water mee bestrijkt dan met een soft- of crankbait. Je moet hem echter wel in een aardig tempo binnendraaien om de zwemactie erin te krijgen. En als je stopt met draaien zinkt de lepel naar de bodem. Hang je er echter een Snurebassen (de Deense naam voor de inline lepel) of Durchlaufblinker (de Duitse omschrijving) aan, dan wordt het een ander verhaal.

VEEL MINDER LOSSERS
Bij een bezoek aan de Oostzeekust kwam ik vijf jaar geleden voor het eerst in aanraking met de ‘Snurebassen’.

TEKST: ROBERT DE WILT > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

De inline lepel is in Nederland nog vrijwel onbekend. Terwijl deze Scandinavische montage – die is ontwikkeld voor de zeeforelvisserij – een saai stuk metaal in een attractief stuk kunstaas verandert. Hoog tijd dus om deze van oorsprong Deense techniek naar de Nederlandse waterkant te brengen.

in Nederland

lepelvissen

Scandinavisch

PROEFSESSIE
Hoewel de inline lepel speciaal is ontwikkeld voor de ‘kieskeurige’ Atlantische forel, moet dit Scandinavische kunstaas ook bij ons werken. “Dat weet ik haast zeker. Op het zoete zie ik bijvoorbeeld de roofblei en baars wel zo’n lepel pakken, op het zoute zal de zeebaars die vermoedelijk niet snel voorbij laten gaan”, zegt Alex Drapers. De productontwikkelaar bij Pure Fishing in Nederland – zelf een fanatiek roofvisser – houdt met reden een kleine slag om de arm. “Verbazingwekkend genoeg geniet dit systeem in de Lage Landen vrijwel geen bekendheid, laat staan dat ermee wordt gevist. Onze vertegenwoordigers krijgen de prachtige inline lepels die we met onze internationale roofvismerken ontwikkelen vanaf Hamburg en noordelijker prima aan de man gebracht, zowel bij winkeliers als bij de consument. Maar in Nederland wil de kunstaasvisser er om de een of andere reden niet aan.” Daarom besluiten we om een proefsessie te doen aan de grote rivieren.

ZIJLIJN PRIKKELEN
We besluiten ons bij deze sessie vooral te richten op de roofblei. Dat is geen forel, maar wel een rover die – net als de Atlantische forel – niet vies is van een lekker rap gevist stuk kunstaas. De inline lepel is dus perfect, ook omdat je die door de goede werpeigenschappen flink ver weg kunt zetten. Dat het water in de Nederlandse delta een stuk troebeler is dan in de kraakheldere Oostzee maakt de spin-stop vermoedelijk extra belangrijk. Drapers: “Een inline lepel die tijdens een spin-stop gedurende een paar seconden heel druk om zijn eigen as draait en daarbij heel wild zijwaarts naar beneden valt, zorgt onder water voor de nodige vibraties. 

>> INLINE LEPELS VERSUS NORMALE LEPELS

Voordelen
>> Betere inhaking
>> Minder lossers
>> Natuurlijkere loop en zwemactie
>> Spin-stops om vluchtpogingen te imiteren 
>> Dressuurdoorbrekend op drukbeviste roofvisstekken

Nadelen
>> Van lepel wisselen kost iets meer tijd
>> In Nederland is er nog weinig productaanbod

BAARSFESTIJN
De roofblei geeft vooralsnog niet thuis, maar de teller staat in no time op vier baarzen. Nummer vijf – uiteraard veruit de grootste – zien we wel, maar daar blijft het helaas bij. Op het moment dat ik na een worp de lepel uit het water wil tillen, wordt deze gepakt. Volledig beduusd sla ik dit fascinerende schouwspel gade, maar ik vergeet simpelweg aan te slaan. Dat geeft de baars de gelegenheid om de lepel heel relaxed uit te spugen. Jammer, maar het is wel duidelijk dat baarzen niet vies zijn van een lepel die vlak voor de kant ineens drukke, tollende bewegingen maakt. We vissen fanatiek door richting het laatste daglicht om nog een roofblei proberen te strikken. Behalve nog een baarsje blijft het echter stil. “Dat zul je altijd zien: mik je op roofblei, dan hebben die een totale off day. We hebben ze ook niet zien jagen. Maar goed, de baarzen hebben bewezen dat dit kunstaas hier ook werkt”, besluit Alex. Uiteraard is zo’n inline lepel niet per se het ei van Columbus. Maar dit kunstaas vormt wel een mooie aanvulling op het assortiment én biedt de kans om weer eens iets anders te proberen.

Een spin-stop is een plotselinge pauze tijdens het binnen-draaien, waardoor de lepel in een zijwaartse beweging naar beneden tolt

VLUCHTPOGING IMITEREN
Dit komt mede omdat veel inline lepels zo zijn ontworpen dat ze tijdens een spin-stop heel mooi gaan tollen. Bohnesen: “Het vernuft zit hem erin dat ze niet als een zoutzak recht naar beneden zakken, maar diagonaal of haast horizontaal opzij bewegen met een tollende actie. Daardoor zakken ze ook op ondiepe stekken pas na een paar seconden weg in het wier of zeegras en bevindt je lepel zich dus langer in de strike zone. Dit maakt dat je kunstaas een stuk effectiever is.” Het is evenwel juist de kunst om weer te beginnen met draaien voordat de lepel in het wier of op de bodem ploft (afhankelijk van de diepte zo’n 3 tot 7 seconden). “In feite boots je met een spin-stop elke worp een paar vluchtpogingen van wegschietende prooivis na. En vergis je niet: spin-stops maken regelmatig het verschil tussen alleen maar wat volgers krijgen en niks vangen, of pak hem beet tien Atlantische forellen vangen. Veel aanbeten komen immers tijdens de spinstop of vrijwel direct daarna als je het kunstaas weer versnelt.”

Met een dubbele splitring of ring-splitring kan je haak vrijer bewegen, wat de inhakingskans ten goede komt.

‘Je kunt dit inline kunstaas met een dreg, maar ook met een enkele haak vissen – net waar je voorkeur naar uitgaat’

>> DIT HEB JE NODIG

Hengel: spinhengel 2.40 tot 2.70 meter, werpgewicht 10 - 30 gram
Molen: 2500 of 3000 formaat spinmolen
Hoofdlijn: 10/00 - 12/00 gevlochten lijn
Leader: 1.5 tot 2 meter 35/00 - 40/00 fluorocarbon
Inline lepels: 10 - 18 gram, in diverse vormen en kleuren
Klein materiaal: rubberen schuifstoppers (float stops), harde 3 mm kraaltjes, zachte kraaltjes (soft beads) voor knoopbescherming en dubbele splitringen of ring-splitring-combi’s
Haak: dreggen in maat 4, 6 of 8 en enkele haken in maat 1 t/m 4

Een hengelsportwinkelier in Flensburg tipte me namelijk om met inline lepels op Atlantische forel (zee- en bruine forel) te gaan vissen. De lokale zeeforelvissers zweren immers bij dit kunstaas – en de gouden regel is dat je maar beter goed naar de locals kunt luisteren. Toch voelde ik niet direct de noodzaak om te switchen naar zo’n inline model: de ‘reguliere’ 12- en 15-grams lepels waar ik mee viste leverden ook regelmatig een zeeforel op. Pas toen ik mijn eerste forel ving aan een inline lepel, was ik om. De acrobatische sprongen waarmee zeeforellen zich vaak van de haak plegen te ontdoen, haalden nu niets meer uit. De vis kan bij een ‘vaste’ lepel – waarbij de haak en lepel direct verbonden zijn – handig gebruik maken van het contragewicht van de lepel, maar dat is bij een inline lepel niet het geval. Laatstgenoemde kan namelijk over de leader naar boven schuiven. Het contragewicht is weg, dus heb je veel minder lossers. Daarmee hebben we direct het eerste voordeel van de inline montage te pakken.

SPIN-STOPS INLASSEN
In juni van dit jaar was ik terug aan de Oostzeekust. Ondanks goede vangsten tijdens eerdere trips, stond de teller dit keer na héél véél worpen nog op nul. De enige zoute forellen die ik zag kwamen achter het kunstaas aan gezwommen, maar maakten vlak voor mijn waadpak rechtsomkeert. Wat ik verkeerd deed, zat hem in een even simpel als belangrijk detail: ik varieerde weliswaar qua tempo met binnendraaien, maar laste geen ‘spin-stops’ in. Een spin-stop is niets meer dan een hele korte pauze tijdens het binnendraaien. Dus: draaien, draaien, draaien; om daar dan ineens heel abrupt mee te stoppen en een pauze van enkele seconden in te lassen. Om de lepel vervolgens weer op hoog tempo verder binnen te draaien. “Zo imiteer je een vluchtende zandaal die tijdens een achtervolging door een forel in paniek ineens besluit om naar de bodem te duiken”, legde Bohne Bohnesen van DS Angelsportcenter in Flensburg uit. “Vaak is dat de trigger voor de zeeforel om alsnog toe te happen.”

Inline of
traditioneel: lepels zijn werpkanonnen waarmee je heel erg veel water kunt bestrijken

Inline lepels worden op de markt gebracht door merken zoals Savage Gear, Westin, OGP en Sölv.

De lepel is in de hedendaagse kunstaasvisserij een beetje een ondergeschoven kindje. Dit simpele stuk kunstaas steekt ietwat bleek af tegen de levensechte, moderne soorten kunstaas die anno 2023 verkrijgbaar zijn. Toch moet je de lepel zeker niet afschrijven. In sommige situaties is dit nog altijd een topper – met als belangrijkste voordeel dat je een lepel ver weg kunt zetten en er veel meer water mee bestrijkt dan met een soft- of crankbait. Je moet hem echter wel in een aardig tempo binnendraaien om de zwemactie erin te krijgen. En als je stopt met draaien zinkt de lepel naar de bodem. Hang je er echter een Snurebassen (de Deense naam voor de inline lepel) of Durchlaufblinker (de Duitse omschrijving) aan, dan wordt het een ander verhaal.

VEEL MINDER LOSSERS
Bij een bezoek aan de Oostzeekust kwam ik vijf jaar geleden voor het eerst in aanraking met de ‘Snurebassen’.