wist je dat

MEERVALLARVEN OP JACHT ÉN OP DRIFT

De meerval paait in mei of juni waarbij de vrouwtjes nesten met 10.000 tot 200.000 eitjes produceren. Maar waar blijven de jonge meervalletjes als ze het nest verlaten? Onderzoekers hebben ontdekt dat de jonkies ’s nachts in het open water op jacht gaan en zo ook nieuwe wateren veroveren.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG
BEELD: JANNY BOSMAN
De Europese meerval (Siluris glanis) is in ons land bezig aan een gestage opmars. Toch is er nog veel onbekend over de leefwijze van deze toppredator – en dat betreft vooral de voortplanting. Beelden van paaiende meervallen zijn zeer zeldzaam en het eerste nest met bevruchte eitjes moet nog worden gesignaleerd. Jonge meervalletjes worden ook hoogst zelden gevangen. In Nederland dan, want in Tsjechië zijn onderzoekers er wel in geslaagd om meervallarfjes van enkele weken oud op te sporen.
LARVEN PLUIMMUG
Dat deden ze door een aantal jaren achtereen in juni een fors net met een maaswijdte van één millimeter door het water van drie grote stuwmeren te slepen. Daarin troffen ze voorntjes, baarsjes én jonge meervalletjes van nog geen centimeter lengte aan. Die laatsten werden alleen ’s nachts gevangen, aangezien ze net als hun ouders bij voorkeur in het donker op jacht gaan. De larfjes jagen in ‘open’ water op de larven van pluimmuggen, die zodra de zon zakt vanuit dieper water naar het oppervlak komen. Deze muggenlarven hangen daar vrijwel bewegingsloos rond en zijn dus een makkelijke prooi voor de vislarfjes die – na pas kort uit het ei te zijn gekropen – nog niet heel goed kunnen zwemmen.
AANWAS & OVERLEVING
Dit Tsjechische onderzoek levert belangrijke nieuwe kennis op over de biologie van de Europese meerval. Zo kan er nu gerichter onderzoek worden gedaan naar het aantal larfjes in een water. De aanwas van jonge vis en de kans op overleving – juveniele meervallen zijn door hun (nog) beperkte zwemvermogen een gemakkelijke prooi voor predatoren – zijn namelijk bepalend voor de visstand. Dat is belangrijk, want anders dan in Nederland is de meerval in sommige streken een invasieve exoot die inheemse vissoorten behoorlijk in de weg kan zitten. Dan is het handig om meer te weten over de aantallen meervallen die er jaarlijks bijkomen en hoe de jonge exemplaren zich precies verspreiden.
MET DE STROOM MEE
Voor wat betreft dat laatste zijn de onderzoekers vrij stellig: als meervallen paaien in de buurt van grote rivieren, dan worden hun nakomelingen ’s nachts met de stroming meegevoerd. Dat is een gemakkelijke manier om zich te verspreiden en nieuwe wateren te koloniseren. Ook in ons land zien we die ontwikkeling. In het Nederlandse binnenwater zijn de Maas en de Waal de plekken waar de meerval zich aanvankelijk vestigde, maar inmiddels verspreidt de soort zich door vrijwel heel het land. Die opmars van de meerval via de grote rivieren is dus mede te danken aan de nachtelijke jachtritueel van de nieuwe generatie.
MEERVALLARVEN OP JACHT ÉN OP DRIFT
wist je dat

De meerval paait in mei of juni waarbij de vrouwtjes nesten met 10.000 tot 200.000 eitjes produceren. Maar waar blijven de jonge meervalletjes als ze het nest verlaten? Onderzoekers hebben ontdekt dat de jonkies ’s nachts in het open water op jacht gaan en zo ook nieuwe wateren veroveren.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG
BEELD: JANNY BOSMAN
De Europese meerval (Siluris glanis) is in ons land bezig aan een gestage opmars. Toch is er nog veel onbekend over de leefwijze van deze toppredator – en dat betreft vooral de voortplanting. Beelden van paaiende meervallen zijn zeer zeldzaam en het eerste nest met bevruchte eitjes moet nog worden gesignaleerd. Jonge meervalletjes worden ook hoogst zelden gevangen. In Nederland dan, want in Tsjechië zijn onderzoekers er wel in geslaagd om meervallarfjes van enkele weken oud op te sporen.
LARVEN PLUIMMUG
Dat deden ze door een aantal jaren achtereen in juni een fors net met een maaswijdte van één millimeter door het water van drie grote stuwmeren te slepen. Daarin troffen ze voorntjes, baarsjes én jonge meervalletjes van nog geen centimeter lengte aan. Die laatsten werden alleen ’s nachts gevangen, aangezien ze net als hun ouders bij voorkeur in het donker op jacht gaan. De larfjes jagen in ‘open’ water op de larven van pluimmuggen, die zodra de zon zakt vanuit dieper water naar het oppervlak komen. Deze muggenlarven hangen daar vrijwel bewegingsloos rond en zijn dus een makkelijke prooi voor de vislarfjes die – na pas kort uit het ei te zijn gekropen – nog niet heel goed kunnen zwemmen.
AANWAS & OVERLEVING
Dit Tsjechische onderzoek levert belangrijke nieuwe kennis op over de biologie van de Europese meerval. Zo kan er nu gerichter onderzoek worden gedaan naar het aantal larfjes in een water. De aanwas van jonge vis en de kans op overleving – juveniele meervallen zijn door hun (nog) beperkte zwemvermogen een gemakkelijke prooi voor predatoren – zijn namelijk bepalend voor de visstand. Dat is belangrijk, want anders dan in Nederland is de meerval in sommige streken een invasieve exoot die inheemse vissoorten behoorlijk in de weg kan zitten. Dan is het handig om meer te weten over de aantallen meervallen die er jaarlijks bijkomen en hoe de jonge exemplaren zich precies verspreiden.
MET DE STROOM MEE
Voor wat betreft dat laatste zijn de onderzoekers vrij stellig: als meervallen paaien in de buurt van grote rivieren, dan worden hun nakomelingen ’s nachts met de stroming meegevoerd. Dat is een gemakkelijke manier om zich te verspreiden en nieuwe wateren te koloniseren. Ook in ons land zien we die ontwikkeling. In het Nederlandse binnenwater zijn de Maas en de Waal de plekken waar de meerval zich aanvankelijk vestigde, maar inmiddels verspreidt de soort zich door vrijwel heel het land. Die opmars van de meerval via de grote rivieren is dus mede te danken aan de nachtelijke jachtritueel van de nieuwe generatie.