IN DE BOVENSTE WATERLAGEN

Opportunistische voorjaarskarpers

TEKST & FOTOGRAFIE: ARNOUT TERLOUW, KEVIN DIEDEREN, BOUDEWIJN MARGADANT & RAYMOND HAKKERT

Het voorjaarszonnetje warmt het water nu lekker op – zeker de bovenste waterlagen. En precies daar vertoeft de karper dan ook graag in het voorjaar en het begin van de zomer. Met een geoefend oog zijn ze vaak goed te spotten, waarna bijvoorbeeld de zig rig, een broodkorst of -vlok, honden- en kattenbrokken of een trosje wormen goede kans op succes bieden. Doe je voordeel met de tips van Boudewijn Margadant, Kevin Diederen en Raymond Hakkert.

Voorgeweekte, gesoakte en plakkerige brokken zijn onweerstaanbaar voor karpers.

OPPORTUNISTISCH

Waar de bovenste waterlagen in het voorjaar interessant zijn omdat de temperatuur daar iets hoger ligt, is in de zomer het iets hogere zuurstofgehalte vaak een trigger. In beide jaargetijden valt het op dat karpers (en graskarpers) die hoog in de waterkolom zwemmen het daar aanwezige aas doorgaans gretig pakken, zeker in het late voorjaar en begin van de zomer. Karpers zijn opportunisten die een smakelijk hapje niet snel aan hun neus voorbij zullen laten gaan. Niet alleen om de honger te stillen, maar vaak genoeg ook puur uit nieuwsgierigheid. Dit verklaart waarom een stukje foam (ook zonder geurtje) dat op ‘half water’ hangt soms zo goed vangt.

Smeer eens wat pindakaas of Marmite
op je broodkorst.

Smeer eens wat pindakaas of Marmite
op je broodkorst.

Zig rigs zijn geen tovermiddel, maar zeker het proberen waard.

Met verstelbare zigs kan je gemakkelijk alle waterdieptes afvissen.

Kevin Diederen met een Nederlandse vijftiger die hij ’s nachts op enkel een zwart foampje ving.

‘door met twee of zelfs drie hengels te ziggen kun je verschillende waterlagen verkennen bij het zoeken naar de karper’ 

De binnenband van een fiets fungeert als een ‘voerring’.

Boudewijn Margadant met een vis die hij struinend in de bovenste waterlaag ving.

ZIGTIPS

VAN KEVIN DIEDEREN

De zig rig is geen tovermiddel. Het is een aanpak die je volgens Kevin Diederen moet leren begrijpen. Hij tipt om je in deze techniek te verdiepen en het echt een kans te geven. “Een paar uurtjes ‘aankloten’ met één hengel zal doorgaans weinig succes opleveren – je moet er serieus mee aan de slag. Dat zal in het begin voor twijfel zorgen, maar dit leergeld betaalt zich in de toekomst zeker uit.”

Als je pas aan de zig rig denkt wanneer je in de zomermaanden karpers in de bovenste waterlagen ziet zwemmen, heb je de mooiste tijd – en kansen – al gemist. “De zig rig kun je veel eerder in het jaar al perfect inzetten”, zegt Kevin. “Aan het einde van de winter en in het vroege voorjaar zie je vaak dat karpers een stuk boven de bodem vertoeven.” Waar ze precies uithangen kan heel erg variëren. “De ene keer vis je met een zig rig van amper 70 cm op een stuk water waar het ruim twee meter diep is. De andere keer moet je de karpers juist veel dichter bij de oppervlakte zoeken.”

WATERLAGEN AFTASTEN
De zig rig is dus niet enkel geschikt om net onder het wateroppervlak te vissen. “Het heeft de voorkeur om met twee of zelfs drie hengels te ‘ziggen’. Zo is het mogelijk om verschillende dieptes te verkennen en actief op zoek te gaan naar de beste waterlaag. Heb je die eenmaal gevonden, dan kun je de zig rig van de andere hengels ook op deze diepte presenteren.” Vergeet overigens niet om de ‘juiste’ diepte te noteren. “Zo heb je voor toekomstige sessies op hetzelfde water alvast een startpunt te pakken.” 

ZIGGEN IN HET DONKER
Ook ’s nachts vist Kevin geregeld met een zig rig op al zijn hengels. “Dat is voor veel karpervissers nogal een stap om te zetten – voor mij in het begin ook. De goede resultaten die Engelse karpervissers ’s nachts met zig rigs boeken waren de reden dat ik het een kans heb gegeven. Als je in het donker eenmaal de eerste vissen hebt gevangen op slechts een zwart foampje (dus zonder te voeren), is dat echt een eye-opener. Dat het mij daarna zou helpen om mijn eerste Nederlandse vijftigponder te vangen, had ik nooit durven dromen!”

brokkeNTIPS

VAN RAYMOND HAKKERT

Drijvende honden- en kattenbrokken zijn in staat om zelfs de schuwste karpers over de streep te trekken. Leg een ‘tapijtje’ aan en laat de karpers eerst ongestoord hun gang gaan, of presenteer juist een enkel brokje voorzichtig bij een happende karper. ‘Brokkenpiloot’ Raymond Hakkert weet als geen ander hoe dressuurdoorbrekend en effectief brokken zijn in deze tijd van het jaar.

Waar het aanleggen van voerplekken met boilies de normaalste zaak van de wereld is voor karpervissers, zijn er nog steeds maar weinig die met drijvende honden- of kattenbrokken karpers aan de oppervlakte op een voerspoor zetten. Raymond: “Voer op jouw struinwater maar eens een paar dagen een behoorlijke portie brokken. Dat mag gerust een paar kilo zijn omdat de brokken door de wind en stroming verspreid zullen worden. Dit is precies wat je wilt: in alle hoeken en gaten van het water komen karpers brokken tegen en dat maakt ze gretig! Voer wel in het donker, want dat voorkomt dat meeuwen en eenden ook van het snoepgoed peuzelen.”

BINNENBAND FIETS
Na het voeren ga je vanzelfsprekend ook vissen. En dan is het wel zo praktisch om de honden- of kattenbrokken die je voert enigszins geconcentreerd aan te bieden. “Daarvoor kun je mooi gebruikmaken van oude binnenbanden voor de fiets. Die fungeren als een soort voerring. Hierdoor drijven je brokken niet alle kanten op en hebben de karpers al snel door dat er dáár wat te halen valt. Het haakaas leg je logischerwijs niet in de binnenband zelf, maar er net buiten – dat is wat gemakkelijker tijdens de dril.”

VOORWEKEN EN PIMPEN
Je kunt drijvende honden- en kattenbrokken prima rechtstreeks uit de zak gebruiken, maar toch bewerkt Raymond deze graag voorafgaand aan zijn struinsessies. “Grote, oude karpers zijn vaak lui en hebben een voorkeur voor zachte brokken. Die zijn makkelijker te verteren én smakelijker. Daarom week ik mijn brokken dus voor.” Gooi een halve zak Bonzo in een flinke emmer, giet er water overheen en laat dit er na tien minuten weer uitlopen. “Vervolgens ‘pimp’ ik de natte brokken door deze te overgieten met melasse, sojasaus of aminol – dat laatste is iets duurder, maar zeer zeker de moeite waard. Schud de boel even goed door elkaar en laat het een dag staan. Nu heb je letterlijk topbrokken!”

STRUINTIPS

VAN BOUDEWIJN MARGADANT

Struinende karpervissers zijn net als karpers echte opportunisten. Zo is Boudewijn Margadant altijd op zoek naar mogelijkheden om de karper een lekker hapje voor te schotelen. Een drijvende korst, langzaam zinkende broodvlok of trosje wormen dat zorgvuldig wordt gepresenteerd is vaak onweerstaanbaar.

Brood is misschien wel het bekendste oppervlakteaas. Zeker op plekken waar vogels worden gevoerd met brood, zijn vaak karpers te vinden om een graantje mee te pikken. “Mijn persoonlijke favoriet is Turks brood, maar je kunt ook wit- of bruinbrood op de haak prikken”, zegt Boudewijn. Zijn de karpers niet heel gretig of zelfs wantrouwend, dan kan het helpen om je broodkorst te pimpen. “Bijvoorbeeld met een flinke lik pindakaas of Marmite. Deze toevoegingen wasemen onder water uit en zorgen voor extra attractiewaarde.”

DWARRELENDE VLOK
Een andere optie om het aas extra aantrekkelijk te maken is om dit zwevend te presenteren. “Het zijn vaak de voorzichtigere – en daarmee ook de grotere – vissen die alleen de afzinkende stukken brood pakken. Dit effect bereik je door een stuk zacht brood stevig om je haak te knijpen. Doop je vlok heel even in het water, knijp de lucht uit het gewelde brood en laat dit langzaam in het water zakken en naar beneden dwarrelen. Kijk vervolgens niet gek op als je lijn ineens wegloopt.” Ook het bijvoeren met hele kleine broodkorstjes trekt aarzelende vissen vaak over de streep.

TROSJE WORMEN
Behalve brood zijn ook wormen een favoriet van Boudewijn. “Daarmee vis ik puur op zicht aangezien andere vissoorten ook graag wormen eten. Pas als ik een karper heb gespot, leg ik in. Dat doe ik voor zijn bek – bijvoorbeeld als ik tussen waterplanten azende vis zie – of ik presenteer het haakaas in de verwachte zwemroute van de vis. Het kan soms even duren voordat een karper het trosje wormen pakt, dus geef niet te snel op. De praktijk leert dat ze dit hapje zelden kunnen weerstaan.”

MET EEN FOAMPJE
Om de boel extra aantrekkelijk te presenteren prikt Boudewijn vaak ook een foampje op de haak maat 6 of 8 voordat hij twee of drie kleinere, flink bewegende wormen zoals taaie dendro’s (‘springers’) monteert. “Dit zorgt voor drijfvermogen, terwijl de kronkelende wormen de aandacht trekken. Knip het stukje foam bij naar gelang je wilt dat het haakaas blijft drijven of (langzaam) zinkt.” Stem de kleur van het foam af op de kleur van het water. “Zwart of bruin voor helder water, rood of geel voor troebeler water. Karpers zijn zeer nieuwsgierig, dus varieer met kleuren.”



De uitpuilende schappen met boilies en pellets in de hengelsportzaak zouden je het idee kunnen geven dat karpers vrijwel altijd de bodem afstruinen op zoek naar wat eetbaars. Maar schijn bedriegt. Karpers spenderen veel tijd pelagisch, oftewel ‘tussen water en wind’. Daar voelen ze zich niet alleen prettig, maar vinden ze vaak ook veel natuurlijk voedsel. Zoals watervlooien, zoetwatergarnaaltjes, waterkevers en -torren, muggenlarven, duikerwantsen, kikkervisjes (ja, die eet karper ook), waterpissebedden, eendagsvliegen en larven van tal van insectensoorten. Naarmate het water in het voorjaar opwarmt, wordt die rijk gedekte tafel steeds groter. Wie dan stug doorvist op de bodem kan weleens van een koude kermis thuiskomen.

TEKST & FOTOGRAFIE: ARNOUT TERLOUW, KEVIN DIEDEREN, BOUDEWIJN MARGADANT & RAYMOND HAKKERT

Opportunistische voorjaarskarpers

Het voorjaarszonnetje warmt het water nu lekker op – zeker de bovenste waterlagen. En precies daar vertoeft de karper dan ook graag in het voorjaar en het begin van de zomer. Met een geoefend oog zijn ze vaak goed te spotten, waarna bijvoorbeeld de zig rig, een broodkorst of -vlok, honden- en kattenbrokken of een trosje wormen goede kans op succes bieden. Doe je voordeel met de tips van Boudewijn Margadant, Kevin Diederen en Raymond Hakkert.

IN DE BOVENSTE WATERLAGEN

TEKST & FOTOGRAFIE: ARNOUT TERLOUW, KEVIN DIEDEREN, BOUDEWIJN MARGADANT & RAYMOND HAKKERT

Zig rigs zijn geen tovermiddel, maar zeker het proberen waard.

De binnenband van een fiets fungeert als een ‘voerring’.

Voorgeweekte, gesoakte en plakkerige brokken zijn onweerstaanbaar voor karpers.

brokkeNTIPS

VAN RAYMOND HAKKERT

Drijvende honden- en kattenbrokken zijn in staat om zelfs de schuwste karpers over de streep te trekken. Leg een ‘tapijtje’ aan en laat de karpers eerst ongestoord hun gang gaan, of presenteer juist een enkel brokje voorzichtig bij een happende karper. ‘Brokkenpiloot’ Raymond Hakkert weet als geen ander hoe dressuurdoorbrekend en effectief brokken zijn in deze tijd van het jaar.

Waar het aanleggen van voerplekken met boilies de normaalste zaak van de wereld is voor karpervissers, zijn er nog steeds maar weinig die met drijvende honden- of kattenbrokken karpers aan de oppervlakte op een voerspoor zetten. Raymond: “Voer op jouw struinwater maar eens een paar dagen een behoorlijke portie brokken. Dat mag gerust een paar kilo zijn omdat de brokken door de wind en stroming verspreid zullen worden. Dit is precies wat je wilt: in alle hoeken en gaten van het water komen karpers brokken tegen en dat maakt ze gretig! Voer wel in het donker, want dat voorkomt dat meeuwen en eenden ook van het snoepgoed peuzelen.”

BINNENBAND FIETS
Na het voeren ga je vanzelfsprekend ook vissen. En dan is het wel zo praktisch om de honden- of kattenbrokken die je voert enigszins geconcentreerd aan te bieden. “Daarvoor kun je mooi gebruikmaken van oude binnenbanden voor de fiets. Die fungeren als een soort voerring. Hierdoor drijven je brokken niet alle kanten op en hebben de karpers al snel door dat er dáár wat te halen valt. Het haakaas leg je logischerwijs niet in de binnenband zelf, maar er net buiten – dat is wat gemakkelijker tijdens de dril.”

VOORWEKEN EN PIMPEN
Je kunt drijvende honden- en kattenbrokken prima rechtstreeks uit de zak gebruiken, maar toch bewerkt Raymond deze graag voorafgaand aan zijn struinsessies. “Grote, oude karpers zijn vaak lui en hebben een voorkeur voor zachte brokken. Die zijn makkelijker te verteren én smakelijker. Daarom week ik mijn brokken dus voor.” Gooi een halve zak Bonzo in een flinke emmer, giet er water overheen en laat dit er na tien minuten weer uitlopen. “Vervolgens ‘pimp’ ik de natte brokken door deze te overgieten met melasse, sojasaus of aminol – dat laatste is iets duurder, maar zeer zeker de moeite waard. Schud de boel even goed door elkaar en laat het een dag staan. Nu heb je letterlijk topbrokken!”

OPPORTUNISTISCH

Waar de bovenste waterlagen in het voorjaar interessant zijn omdat de temperatuur daar iets hoger ligt, is in de zomer het iets hogere zuurstofgehalte vaak een trigger. In beide jaargetijden valt het op dat karpers (en graskarpers) die hoog in de waterkolom zwemmen het daar aanwezige aas doorgaans gretig pakken, zeker in het late voorjaar en begin van de zomer. Karpers zijn opportunisten die een smakelijk hapje niet snel aan hun neus voorbij zullen laten gaan. Niet alleen om de honger te stillen, maar vaak genoeg ook puur uit nieuwsgierigheid. Dit verklaart waarom een stukje foam (ook zonder geurtje) dat op ‘half water’ hangt soms zo goed vangt.

Kevin Diederen met een Nederlandse vijftiger die hij ’s nachts op enkel een zwart foampje ving.

Met verstelbare zigs kan je gemakkelijk alle waterdieptes afvissen.

Boudewijn Margadant met een vis die hij struinend in de bovenste waterlaag ving.

‘door met twee of zelfs drie hengels te ziggen kun je verschillende waterlagen verkennen bij het zoeken naar de karper’ 

Smeer eens wat pindakaas of Marmite
op je broodkorst.

De uitpuilende schappen met boilies en pellets in de hengelsportzaak zouden je het idee kunnen geven dat karpers vrijwel altijd de bodem afstruinen op zoek naar wat eetbaars. Maar schijn bedriegt. Karpers spenderen veel tijd pelagisch, oftewel ‘tussen water en wind’. Daar voelen ze zich niet alleen prettig, maar vinden ze vaak ook veel natuurlijk voedsel. Zoals watervlooien, zoetwatergarnaaltjes, waterkevers en -torren, muggenlarven, duikerwantsen, kikkervisjes (ja, die eet karper ook), waterpissebedden, eendagsvliegen en larven van tal van insectensoorten. Naarmate het water in het voorjaar opwarmt, wordt die rijk gedekte tafel steeds groter. Wie dan stug doorvist op de bodem kan weleens van een koude kermis thuiskomen.

ZIGTIPS

VAN KEVIN DIEDEREN

De zig rig is geen tovermiddel. Het is een aanpak die je volgens Kevin Diederen moet leren begrijpen. Hij tipt om je in deze techniek te verdiepen en het echt een kans te geven. “Een paar uurtjes ‘aankloten’ met één hengel zal doorgaans weinig succes opleveren – je moet er serieus mee aan de slag. Dat zal in het begin voor twijfel zorgen, maar dit leergeld betaalt zich in de toekomst zeker uit.”

Als je pas aan de zig rig denkt wanneer je in de zomermaanden karpers in de bovenste waterlagen ziet zwemmen, heb je de mooiste tijd – en kansen – al gemist. “De zig rig kun je veel eerder in het jaar al perfect inzetten”, zegt Kevin. “Aan het einde van de winter en in het vroege voorjaar zie je vaak dat karpers een stuk boven de bodem vertoeven.” Waar ze precies uithangen kan heel erg variëren. “De ene keer vis je met een zig rig van amper 70 cm op een stuk water waar het ruim twee meter diep is. De andere keer moet je de karpers juist veel dichter bij de oppervlakte zoeken.”

WATERLAGEN AFTASTEN
De zig rig is dus niet enkel geschikt om net onder het wateroppervlak te vissen. “Het heeft de voorkeur om met twee of zelfs drie hengels te ‘ziggen’. Zo is het mogelijk om verschillende dieptes te verkennen en actief op zoek te gaan naar de beste waterlaag. Heb je die eenmaal gevonden, dan kun je de zig rig van de andere hengels ook op deze diepte presenteren.” Vergeet overigens niet om de ‘juiste’ diepte te noteren. “Zo heb je voor toekomstige sessies op hetzelfde water alvast een startpunt te pakken.” 

ZIGGEN IN HET DONKER
Ook ’s nachts vist Kevin geregeld met een zig rig op al zijn hengels. “Dat is voor veel karpervissers nogal een stap om te zetten – voor mij in het begin ook. De goede resultaten die Engelse karpervissers ’s nachts met zig rigs boeken waren de reden dat ik het een kans heb gegeven. Als je in het donker eenmaal de eerste vissen hebt gevangen op slechts een zwart foampje (dus zonder te voeren), is dat echt een eye-opener. Dat het mij daarna zou helpen om mijn eerste Nederlandse vijftigponder te vangen, had ik nooit durven dromen!”

STRUINTIPS

VAN BOUDEWIJN MARGADANT

Struinende karpervissers zijn net als karpers echte opportunisten. Zo is Boudewijn Margadant altijd op zoek naar mogelijkheden om de karper een lekker hapje voor te schotelen. Een drijvende korst, langzaam zinkende broodvlok of trosje wormen dat zorgvuldig wordt gepresenteerd is vaak onweerstaanbaar.

Brood is misschien wel het bekendste oppervlakteaas. Zeker op plekken waar vogels worden gevoerd met brood, zijn vaak karpers te vinden om een graantje mee te pikken. “Mijn persoonlijke favoriet is Turks brood, maar je kunt ook wit- of bruinbrood op de haak prikken”, zegt Boudewijn. Zijn de karpers niet heel gretig of zelfs wantrouwend, dan kan het helpen om je broodkorst te pimpen. “Bijvoorbeeld met een flinke lik pindakaas of Marmite. Deze toevoegingen wasemen onder water uit en zorgen voor extra attractiewaarde.”

DWARRELENDE VLOK
Een andere optie om het aas extra aantrekkelijk te maken is om dit zwevend te presenteren. “Het zijn vaak de voorzichtigere – en daarmee ook de grotere – vissen die alleen de afzinkende stukken brood pakken. Dit effect bereik je door een stuk zacht brood stevig om je haak te knijpen. Doop je vlok heel even in het water, knijp de lucht uit het gewelde brood en laat dit langzaam in het water zakken en naar beneden dwarrelen. Kijk vervolgens niet gek op als je lijn ineens wegloopt.” Ook het bijvoeren met hele kleine broodkorstjes trekt aarzelende vissen vaak over de streep.

TROSJE WORMEN
Behalve brood zijn ook wormen een favoriet van Boudewijn. “Daarmee vis ik puur op zicht aangezien andere vissoorten ook graag wormen eten. Pas als ik een karper heb gespot, leg ik in. Dat doe ik voor zijn bek – bijvoorbeeld als ik tussen waterplanten azende vis zie – of ik presenteer het haakaas in de verwachte zwemroute van de vis. Het kan soms even duren voordat een karper het trosje wormen pakt, dus geef niet te snel op. De praktijk leert dat ze dit hapje zelden kunnen weerstaan.”

MET EEN FOAMPJE
Om de boel extra aantrekkelijk te presenteren prikt Boudewijn vaak ook een foampje op de haak maat 6 of 8 voordat hij twee of drie kleinere, flink bewegende wormen zoals taaie dendro’s (‘springers’) monteert. “Dit zorgt voor drijfvermogen, terwijl de kronkelende wormen de aandacht trekken. Knip het stukje foam bij naar gelang je wilt dat het haakaas blijft drijven of (langzaam) zinkt.” Stem de kleur van het foam af op de kleur van het water. “Zwart of bruin voor helder water, rood of geel voor troebeler water. Karpers zijn zeer nieuwsgierig, dus varieer met kleuren.”