zoeken naar de kroeskarper

OVERLEVER
ZELDZAME

>> AFNAME
De kern van het verspreidingsgebied van de kroeskarper ligt in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Vroeger kwam deze vissoort algemener voor, maar door het verdwijnen van stilstaande, plantenrijke kleinere wateren in oude moerasgebieden en rivieruiterwaarden is hij sterk in aantal afgenomen. In ons land is de kroeskaper daardoor een vrij zeldzame soort geworden.
Hybridisatie met karper en giebel vormen ook een bedreiging voor de soort. Als gevolg van deze vermenging worden  ‘zuivere’ kroeskarpers dan ook steeds zeldzamer. De soort heeft daarom de status ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst. Vang jij een kroeskarper? Meld hem dan via de gratis MijnVISmaat app. Zo help je de verspreiding van deze zeldzame soort beter in beeld te krijgen.

Maar zodra Jeroen zijn dobber wiervrij onder het ‘watervalletje’ heeft weten te plaatsen, volgt meteen een aanbeet. Op dit plekje valt de pinkie wel in de smaak en vangt hij een hele reeks vissen: blankvoorn, ruisvoorn, baarsjes en een pos. Op zo’n klein en onooglijk stekje is dit een behoorlijke meevaller. Maar ondanks dit succes schittert de kroeskarper nog altijd door afwezigheid.

BUURMAN ZEELT
“Ik zit te twijfelen of ik opnieuw moet verkassen”, zegt Jeroen. “Het klinkt wellicht wat gek, maar voor mijn gevoel zit op deze stek mogelijk teveel vis. De kroeskarper houdt niet zo van drukte en zal misschien eerder op een rustige stek gaan azen.” Gelukkig hoeft hij niet lang te twijfelen, want al snel vangt hij een zeeltje. “Zeelt en kroeskarper zijn elkaars buren. Deze ‘miniatuurzeelt’ houdt van precies dezelfde leefomgeving als de kroeskarper. We blijven dus zitten”, zegt Jeroen met hernieuwde concentratie. Het vertrouwen stijgt ook omdat het beste moment van de dag aanbreekt: de schemering. Kroeskarpers azen namelijk graag als de dag plaatsmaakt voor de nacht. Het is wel een race tegen de klok, aangezien Jeroen in het donker zijn dobber niet meer goed kan zien.

SCHEMERIG SUCCES
De zeelt die hij ving was niet alleen. In een kort tijdsbestek vangt Jeroen er nog acht. Maar dan tilt Jeroen – na een mooie, overtuigende aanbeet – een bruinkleurige vis uit het water. Zijn ogen worden ineens heel groot: “Wow, ik heb hem!”, roept Jeroen. Na een paar snelle kiekjes bekijkt hij de vis met extra aandacht in het cuvet (een soort mini-aquarium voor kleine vis). “Wat zijn ze mooi hè?! Zelfs deze kleine heeft al een superhoge bouw.” Niet veel later is het weer bingo en vangt hij zijn tweede kroeskarpertje van de avond. Zodra de duisternis intreedt wordt hij ook getrakteerd op een flinke bui. Een duidelijker eindsignaal is er niet. Dat hij nat wordt kan hem niets schelen: het pionieren is beloond en hij kan een nieuwe soort bijschrijven.

>> SURVIVAL SKILLS
De kroeskarper is gevoelig voor concurrentie van andere soorten. Daarom kon je hem vaak tegen in wateren waar weinig andere vissen voorkomen. Dat heeft er ook mee te maken dat de kroeskarper bijzondere survival skills heeft. Zo kan hij goed tegen extreme milieus – zoals water met weinig zuurstof – en is hij zelfs in staat om in modder nog een hele tijd in leven te blijven. Ook kortdurende bevriezing van de schubben en slijmlaag kan deze overlever aan.

STEKWISSELS
Zover is het voorlopig echter nog niet. Sterker nog: de stek in het midden van de sloot levert geen aanbeet op, dus probeert Jeroen het strak tegen de waterplanten in de oeverzone. In theorie is dit de perfecte schuilplaats voor kroeskarpers, maar de praktijk wijst vandaag anders uit. Ook hier ziet hij geen teken van leven. Witvissers verkassen over het algemeen niet graag en wachten doorgaans tot de vis op de stek arriveert, maar Jeroen toont zich flexibel. Hij geeft het niet op en besluit te gaan struinen. De zoektocht naar een stek die wel wat aanbeten produceert levert hem een paar rietvoorntjes op. Daarvoor is hij echter niet naar Woerden gekomen, dus loopt hij resoluut door richting een onooglijke hoek van het water.

VERLOREN HOEKJE
Dit hoekje is via een overloop verbonden met groter, wat helderder water. Er is slechts een paar vierkante meter water waar je kunt vissen. Met de vaste stok is het lastig manoeuvreren tussen de plakkaten draadalg en het water dat uit het overloopje stroomt en omlaag valt. Je zou er geen cent voor geven.

SCHERP VISSEN
Nadat hij wat micro pellets op zijn stek heeft gecupt, stipt Jeroen het belang van scherp vissen aan. “De kroeskarper staat bekend om zijn voorzichtige aasgedrag, wat een beetje vergelijkbaar is met dat van de zeelt. Daarom vis ik met een ‘staande haak’ maat 18 waarop ik een pinkie – een kleine made – prik.” De dobber is zo afgesteld dat het haakaas precies op de bodem staat. Pakt een vis het aas, dan ziet hij de dobber meteen bewegen. “Ik gebruik een lichte dobber van 0,15 gram en vis met een korte opslag, zodat ik snel kan reageren op de meest voorzichtige aanbeten.” De nylon onderlijn heeft een diameter van 14/00. “Dat lijkt wellicht wat aan de dunne kant, maar ik vis met een topelastiek zodat ik ook grote vis de baas kan. Er kan hier zomaar een 40-plusser tussendoor lopen”, zegt hij hoopvol.

Het duurde wat lang, maar aan het eind van de sessie was het dan toch twee keer raak!

>> HERKENNING
De kroeskarper kan gemakkelijk worden verward met de karper en giebel. Hoewel ze op elkaar lijken, zijn deze soorten aan de hand van bepaalde kenmerken toch van elkaar te onderscheiden. Zo heeft de karper bekdraden, maar de kroeskarper niet. En waar de ‘kroes’ een bolle rugvin en 33-36 schubben op de zijlijn heeft, zijn dat er bij de giebel maar 27-32 in combinatie met een holle rugvin. Bovendien hebben jonge giebels geen donkere vlek op de staartwortel.

De kroeskarper is tegenwoordig een vrij zeldzame verschijning in het Nederlandse binnenwater. Ze zitten er wel, maar het is een kwestie van goed zoeken naar waar je ze precies kunt vinden. Die uitdaging spreekt soortenjager Jeroen van Wamel (22) bijzonder aan. Hét VISblad volgt hem op zijn zoektocht naar deze oer-Hollandse vis uit haast vervlogen tijden.
TEKST: PIETER BEELEN > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

 “Zie je de kleur van het water?”, vraagt Jeroen wijzend naar een sloot in een woonwijk aan de rand van Woerden. “Die roestkleur wordt veroorzaakt door een hoog ijzergehalte in de bodem. Dat beperkt het doorzicht aanzienlijk. Bovendien is het water erg ondiep, staan er veel waterplanten en is de bodem bedekt met een dikke laag bagger waardoor er weinig zuurstof in het water zit.” Kortom: een water waar een doorsnee sportvissershart niet bepaald sneller van gaat kloppen. “Voor een soort als de kroeskarper is dit echter een ideaal leefgebied”, zegt Jeroen. “Juist in dit soort wateren – waar veel andere vissoorten het moeilijk of zelfs helemaal niet kunnen uithouden – gedijt de kroeskarper goed. Het betreft vaak een beetje de categorie ‘vergeten’ wateren, waar je haast achteloos aan voorbij zou kunnen gaan.”

SPEURTOCHT
Dat Jeroen dit niet doet, heeft met zijn voorliefde voor de kroeskarper te maken. “Als soortenjager ben je altijd op zoek naar voor jou nieuwe soorten. En de kroeskarper ontbreekt nog in mijn ‘verzameling’ die momenteel 83 vissoorten telt.” Aangezien de doelsoort spaarzaam voorkomt is het vinden van een geschikt water misschien wel het moeilijkste deel van de kroeskarpermissie. “Op basis van de vangstgegevens uit een visstandonderzoek in 2007 weet ik dat er hier toen best wel wat kroeskarpers zijn gevangen. Dat gaf me net een extra zetje in de rug om het hier eens te proberen om te kijken of ze er nog zitten”, zegt hij terwijl-ie met zijn vaste hengel de stek uitpeilt. Daar neemt hij uitgebreid de tijd voor, want hij laat zijn gewichtje ook af en toe abrupt vallen – aan een slappe lijn – om een beeld van de dikte van de baggerlaag te krijgen. 

RECORD

Het officiële Nederlandse
record kroeskarper is in handen van Lesley Altman met een exemplaar van 45 cm – en ze kunnen zelfs nog groter worden. Vang jij een grotere kroeskarper? Claim hem dan via BNRZ.nl

Maak met micro pellets compacte voerplekjes die je met een staande haak – maat 18, voorzien van een kleine made – bevist. Houd de opslag kort, zodat je ook snel kunt reageren op voorzichtige aanbeten.

De kroeskarper is tegenwoordig een vrij zeldzame verschijning in het Nederlandse binnenwater. Ze zitten er wel, maar het is een kwestie van goed zoeken naar waar je ze precies kunt vinden. Die uitdaging spreekt soortenjager Jeroen van Wamel (22) bijzonder aan. Hét VISblad volgt hem op zijn zoektocht naar deze oer-Hollandse vis uit haast vervlogen tijden.
TEKST: PIETER BEELEN
FOTOGRAFIE: SANDER BOER

zoeken naar de kroeskarper

OVERLEVER
ZELDZAME

RECORD

Het officiële Nederlandse
record kroeskarper is in handen van Lesley Altman met een exemplaar van 45 cm – en ze kunnen zelfs nog groter worden. Vang jij een grotere kroeskarper? Claim hem dan via BNRZ.nl

Maar zodra Jeroen zijn dobber wiervrij onder het ‘watervalletje’ heeft weten te plaatsen, volgt meteen een aanbeet. Op dit plekje valt de pinkie wel in de smaak en vangt hij een hele reeks vissen: blankvoorn, ruisvoorn, baarsjes en een pos. Op zo’n klein en onooglijk stekje is dit een behoorlijke meevaller. Maar ondanks dit succes schittert de kroeskarper nog altijd door afwezigheid.

BUURMAN ZEELT
“Ik zit te twijfelen of ik opnieuw moet verkassen”, zegt Jeroen. “Het klinkt wellicht wat gek, maar voor mijn gevoel zit op deze stek mogelijk teveel vis. De kroeskarper houdt niet zo van drukte en zal misschien eerder op een rustige stek gaan azen.” Gelukkig hoeft hij niet lang te twijfelen, want al snel vangt hij een zeeltje. “Zeelt en kroeskarper zijn elkaars buren. Deze ‘miniatuurzeelt’ houdt van precies dezelfde leefomgeving als de kroeskarper. We blijven dus zitten”, zegt Jeroen met hernieuwde concentratie. Het vertrouwen stijgt ook omdat het beste moment van de dag aanbreekt: de schemering. Kroeskarpers azen namelijk graag als de dag plaatsmaakt voor de nacht. Het is wel een race tegen de klok, aangezien Jeroen in het donker zijn dobber niet meer goed kan zien.

SCHEMERIG SUCCES
De zeelt die hij ving was niet alleen. In een kort tijdsbestek vangt Jeroen er nog acht. Maar dan tilt Jeroen – na een mooie, overtuigende aanbeet – een bruinkleurige vis uit het water. Zijn ogen worden ineens heel groot: “Wow, ik heb hem!”, roept Jeroen. Na een paar snelle kiekjes bekijkt hij de vis met extra aandacht in het cuvet (een soort mini-aquarium voor kleine vis). “Wat zijn ze mooi hè?! Zelfs deze kleine heeft al een superhoge bouw.” Niet veel later is het weer bingo en vangt hij zijn tweede kroeskarpertje van de avond. Zodra de duisternis intreedt wordt hij ook getrakteerd op een flinke bui. Een duidelijker eindsignaal is er niet. Dat hij nat wordt kan hem niets schelen: het pionieren is beloond en hij kan een nieuwe soort bijschrijven.

>> AFNAME
De kern van het verspreidingsgebied van de kroeskarper ligt in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Vroeger kwam deze vissoort algemener voor, maar door het verdwijnen van stilstaande, plantenrijke kleinere wateren in oude moerasgebieden en rivieruiterwaarden is hij sterk in aantal afgenomen. In ons land is de kroeskaper daardoor een vrij zeldzame soort geworden.
Hybridisatie met karper en giebel vormen ook een bedreiging voor de soort. Als gevolg van deze vermenging worden  ‘zuivere’ kroeskarpers dan ook steeds zeldzamer. De soort heeft daarom de status ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst. Vang jij een kroeskarper? Meld hem dan via de gratis MijnVISmaat app. Zo help je de verspreiding van deze zeldzame soort beter in beeld te krijgen.

Maak met micro pellets compacte voerplekjes die je met een staande haak – maat 18, voorzien van een kleine made – bevist. Houd de opslag kort, zodat je ook snel kunt reageren op voorzichtige aanbeten.

STEKWISSELS
Zover is het voorlopig echter nog niet. Sterker nog: de stek in het midden van de sloot levert geen aanbeet op, dus probeert Jeroen het strak tegen de waterplanten in de oeverzone. In theorie is dit de perfecte schuilplaats voor kroeskarpers, maar de praktijk wijst vandaag anders uit. Ook hier ziet hij geen teken van leven. Witvissers verkassen over het algemeen niet graag en wachten doorgaans tot de vis op de stek arriveert, maar Jeroen toont zich flexibel. Hij geeft het niet op en besluit te gaan struinen. De zoektocht naar een stek die wel wat aanbeten produceert levert hem een paar rietvoorntjes op. Daarvoor is hij echter niet naar Woerden gekomen, dus loopt hij resoluut door richting een onooglijke hoek van het water.

VERLOREN HOEKJE
Dit hoekje is via een overloop verbonden met groter, wat helderder water. Er is slechts een paar vierkante meter water waar je kunt vissen. Met de vaste stok is het lastig manoeuvreren tussen de plakkaten draadalg en het water dat uit het overloopje stroomt en omlaag valt. Je zou er geen cent voor geven.

>> SURVIVAL SKILLS
De kroeskarper is gevoelig voor concurrentie van andere soorten. Daarom kon je hem vaak tegen in wateren waar weinig andere vissen voorkomen. Dat heeft er ook mee te maken dat de kroeskarper bijzondere survival skills heeft. Zo kan hij goed tegen extreme milieus – zoals water met weinig zuurstof – en is hij zelfs in staat om in modder nog een hele tijd in leven te blijven. Ook kortdurende bevriezing van de schubben en slijmlaag kan deze overlever aan.

SCHERP VISSEN
Nadat hij wat micro pellets op zijn stek heeft gecupt, stipt Jeroen het belang van scherp vissen aan. “De kroeskarper staat bekend om zijn voorzichtige aasgedrag, wat een beetje vergelijkbaar is met dat van de zeelt. Daarom vis ik met een ‘staande haak’ maat 18 waarop ik een pinkie – een kleine made – prik.” De dobber is zo afgesteld dat het haakaas precies op de bodem staat. Pakt een vis het aas, dan ziet hij de dobber meteen bewegen. “Ik gebruik een lichte dobber van 0,15 gram en vis met een korte opslag, zodat ik snel kan reageren op de meest voorzichtige aanbeten.” De nylon onderlijn heeft een diameter van 14/00. “Dat lijkt wellicht wat aan de dunne kant, maar ik vis met een topelastiek zodat ik ook grote vis de baas kan. Er kan hier zomaar een 40-plusser tussendoor lopen”, zegt hij hoopvol.

‘in winterse omstandigheden is het de kunst om snel te beoordelen of kleine tikjes op de top afkomstig zijn van vis of stroming’

>> HERKENNING
De kroeskarper kan gemakkelijk worden verward met de karper en giebel. Hoewel ze op elkaar lijken, zijn deze soorten aan de hand van bepaalde kenmerken toch van elkaar te onderscheiden. Zo heeft de karper bekdraden, maar de kroeskarper niet. En waar de ‘kroes’ een bolle rugvin en 33-36 schubben op de zijlijn heeft, zijn dat er bij de giebel maar 27-32 in combinatie met een holle rugvin. Bovendien hebben jonge giebels geen donkere vlek op de staartwortel.

 “Zie je de kleur van het water?”, vraagt Jeroen wijzend naar een sloot in een woonwijk aan de rand van Woerden. “Die roestkleur wordt veroorzaakt door een hoog ijzergehalte in de bodem. Dat beperkt het doorzicht aanzienlijk. Bovendien is het water erg ondiep, staan er veel waterplanten en is de bodem bedekt met een dikke laag bagger waardoor er weinig zuurstof in het water zit.” Kortom: een water waar een doorsnee sportvissershart niet bepaald sneller van gaat kloppen. “Voor een soort als de kroeskarper is dit echter een ideaal leefgebied”, zegt Jeroen. “Juist in dit soort wateren – waar veel andere vissoorten het moeilijk of zelfs helemaal niet kunnen uithouden – gedijt de kroeskarper goed. Het betreft vaak een beetje de categorie ‘vergeten’ wateren, waar je haast achteloos aan voorbij zou kunnen gaan.”

SPEURTOCHT
Dat Jeroen dit niet doet, heeft met zijn voorliefde voor de kroeskarper te maken. “Als soortenjager ben je altijd op zoek naar voor jou nieuwe soorten. En de kroeskarper ontbreekt nog in mijn ‘verzameling’ die momenteel 83 vissoorten telt.” Aangezien de doelsoort spaarzaam voorkomt is het vinden van een geschikt water misschien wel het moeilijkste deel van de kroeskarpermissie. “Op basis van de vangstgegevens uit een visstandonderzoek in 2007 weet ik dat er hier toen best wel wat kroeskarpers zijn gevangen. Dat gaf me net een extra zetje in de rug om het hier eens te proberen om te kijken of ze er nog zitten”, zegt hij terwijl-ie met zijn vaste hengel de stek uitpeilt. Daar neemt hij uitgebreid de tijd voor, want hij laat zijn gewichtje ook af en toe abrupt vallen – aan een slappe lijn – om een beeld van de dikte van de baggerlaag te krijgen.