‘kan niet bestaat niet’
Als extra lokmiddel gebruikt Daan sardineolie om een extra sterk geurspoor te creëren zodat de snoek al vanaf een afstandje opmerkt waar het aas ligt.
Met een
snoekduik verplaatst Daan zich vanuit de rolstoel naar de
onthaakmat
Veel stekken zijn lastig toegankelijk met een rolstoel; ook plekken die speciaal zijn aangelegd voor mensen met een lichamelijke beperking
Hoewel hij er zich niet door laat tegenhouden, vindt Daan het wel jammer dat er niet meer aangepaste visplekken zijn. En dat gemeenteambtenaren soms niet goed weten waar hij en andere sportvissers met een lichamelijke beperking behoefte aan hebben. “Gemeenten leggen voor deze doelgroep wel eens een prachtige visstek aan, maar dan is de toegang voorzien van een trapje, liggen er houtsnippers waar je rolstoel helemaal in wegzakt of staat er een hoge reling die je met vissen in de weg zit. Dat is echt zonde.” Aangezien de snoek het hier laat afweten propt Daan resoluut zijn minimalistische uitrusting terug in de rugzak, neemt hij de trapjes en hijst-ie zich met wat hulp in zijn stoel om naar de derde stek te fietsen.
CREATIVITEIT
Dat is een mooie T-splitsing van sloten, waar vismaat Jesse – zeer gewaagd – vangstgarantie geeft. Op deze stek zijn geen voorzieningen, waardoor Daan’s rolstoel wat wegzakt in de zompige graskant. “Hier zou ik in mijn uppie nooit meer wegkomen”, zegt hij lachend. Dat overkwam hem een keer eerder: de helling was omhoog net wat te steil én glad (door de vorming van een ijslaag). Op een andere manier is hij ook stekgebonden. “Eindeloos langs de oevers struinen om de snoek op te zoeken zit er voor mij niet in. Vanwege de rolstoel bevis ik een aantal vaste – goed bereikbare – stekken. Daar vis ik in de regel met dood aas, want dan komt de snoek naar mij toe en hoef ik minder te werpen.” Als extra lokmiddel gebruikt hij sardineolie om een extra sterk geurspoor te creëren zodat de snoek al vanaf een afstandje opmerkt waar het aas ligt. Door in mogelijkheden te denken komt Daan heel ver, maar hij moet soms wel wat aanpassingen doen. Zo vist hij met extra korte hengels (2.10 meter) omdat hij zittend werpt. “Met een lange hengel zou het aas achter mij de grond raken.” Ook draagt hij steevast handschoenen bij het onthaken van een snoek. “Dit omdat ik met mijn handen aan de beugels van mijn rolstoel zit, waar vuil van de grond tegenaan spat. Wondjes op je handen in combinatie met vuil is vragen om infecties”, verklaart Daan.
WINTERSTOP
Ondanks de vangstgarantie gelooft Daan het op een gegeven moment wel en besluit hij naar de laatste stek te vertrekken. Zodra de aasvissen daar te water liggen, vervolgt hij zijn verhaal. “Tijdens het vissen heb ik best wel wat bekijks en vragen omstanders geregeld hoe ik vanuit de rolstoel nou precies te werk ga.” Dan geeft hij vlot tekst en uitleg, want dat kan hij als geen ander: hij is educatief medewerker en dierverzorger in de dierentuin in Anna Paulowna. In de winterperiode komen er minder bezoekers, dus dan heeft hij een ‘winterstop’ van zijn vrijwilligerswerk. “Nu vis ik extra veel. Of kijk ik op YouTube video’s voor extra tips en trucs. Een slimmigheidje wat ik zelf heb bedacht is om met kunstaas rondom de dobber te gooien. Zo hoop ik ‘luie’ snoeken te activeren en aan te zetten om de aasvis te pakken.” Nu de visdag echt op zijn eind loopt past hij deze truc toe, maar de snoeken geven geen sjoege. In een allerlaatste poging succes te boeken draait hij de aasvis tergend langzaam binnen, maar ook dat mag niet baten. “Hopelijk kan ik het snel een keer in het Piet Mondriaanpark proberen. Daar komt een VISparel en HSV de Baars is nog in onderhandeling met de gemeente over een aangepaste visplek aan deze vijver. Wellicht dat dit artikel kan helpen om het belang van dat soort stekken te onderstrepen”, spreekt Daan als afsluitende wens uit.
We hoeven bij aankomst op de stek in Schagen niet te zoeken naar Daan. Die komt in zijn rolstoel-fietscombinatie en met een brede lach op zijn gezicht de hoek om scheuren. “Gisteren heb ik tien stekken voorzien van stukjes zeevis om alvast de aandacht van de snoek te trekken”, vertelt hij enthousiast. Als daarna ook vismaat Jesse arriveert, kunnen we van start. “Snoeken doe ik nooit zonder hulp van een maat: de veiligheid van mezelf en de vis staan voorop. Het scheppen laat ik bijvoorbeeld altijd over aan een vismaat. Die helpt me ook weer terug in mijn rolstoel na het onthaken van de vis en maken van de foto”, licht Daan toe. De kans dat de fotograaf straks een snoek op de foto kan zetten, acht Bil vrij groot. Hier ving-ie eerder dit jaar zijn eerste snoek van 2024 – en dat was meteen een metervis. Daarbij is deze stek in Muggenburg prima geschikt voor mensen met een beperking. “Bij de aanleg van deze wijk is daar over nagedacht. Een harde ondergrond tot aan het water en een niet te steil aflopend talud zijn voor mij ideaal”, vertelt Daan terwijl hij zijn reeds opgetuigde hengel voorziet van een ingevroren stuk zeevis en de montage onder zijn eigen kant inwerpt.
SNOEKDUIK
Het begint te miezeren en de wind trekt stevig aan, maar dit deert Daan totaal niet. “Echt snoekweer!”, klinkt het opgewekt. De tweede hengel wordt voorzien van een montage met een dode blankvoorn die hij in het midden van de sloot werpt. Daar heeft de wind aardig vat op de dobber, zodat er een bocht in de lijn ontstaat en de dobber steeds iets opschuift. Soms gaat dat wat schokkerig. Als de dobber plotseling twee verdachte schokjes maakt, zit Daan direct klaar achter zijn hengel. Haarscherp houdt hij alles in de gaten en zodra de dobber even wat dieper in het water zakt zet-ie gelijk de haak. De dril verloopt vlekkeloos en al snel kan een maat de vis voor hem scheppen. Daarna werpt Daan zich opeens met een soort snoekduik uit zijn zetel en landt hij op de onthaakmat. De vis wordt vlot onthaakt, op de foto gezet en mag daarna weer zwemmen. “Met zo’n 50 centimeter was dit de kleinste snoek die ik hier ooit heb gevangen. Maar ook dit puntgave exemplaar telt. Zeker met jullie erbij ben ik heel blij met deze vangst”, zegt Daan nadat zijn vismaat hem weer in de rolstoel heeft geholpen.
POPULAIRE VISMAAT
Nu de eerste vis binnen is, zit Daan duidelijk op zijn praatstoel. “Mijn vaste vismaat kon vandaag helaas niet, dus vroeg ik in een appgroep wie mij bij deze reportage wilde assisteren. Daarna werd ik overspoeld met reacties: in totaal meldden zich veertien man aan, die komen allemaal even langs.” Sinds hij meedoet aan de roofviswedstrijden van Hengelsportvereniging de Baars in Schagen is het vinden van een vismaat geen probleem. Hij kent inmiddels veel gedreven roofvissers die niet te beroerd zijn om hem te helpen en er samen op uit te trekken. “Hé Daan, heb je al wat?”, klinkt het vanaf de brug. De ene na de andere vismaat komt langs en binnen een mum van tijd staat de vissteiger gezellig vol. Iedereen is benieuwd naar de vangsten en hoe Daan het er vanaf brengt. Wanneer de meeste visvrienden vertrekken en de rust terugkeert, stelt de ster van dit artikel voor om te verkassen. Hij klikt de fiets aan zijn rolstoel en zet de trappers – die recht voor hem uitsteken – met zijn handen krachtig in beweging.
ROLMODEL
Nog voordat zijn maat op de volgende stek arriveert, staat Daan al paraat. “Schiet eens op man, we moeten vandaag nog meer vis vangen”, roept hij gekscherend. Daarvoor moet eerst een hobbel worden genomen in de vorm van twee trapjes die naar het water leiden. De onderste is niet te doen met een rolstoel, dus kruipt Daan daar uit en tijgert hij vastberaden richting het water. “Mijn levensmotto is: kan niet bestaat niet. Alles is mogelijk, maar je moet wel doorzetten en er je eigen draai aan geven. Ik wil graag een voorbeeld zijn voor mensen met een beperking om te laten zien dat er nog heel veel wél mogelijk is.”
‘kan niet bestaat niet’
Als extra lokmiddel gebruikt Daan sardineolie om een extra sterk geurspoor te creëren zodat de snoek al vanaf een afstandje opmerkt waar het aas ligt.
Hoewel hij er zich niet door laat tegenhouden, vindt Daan het wel jammer dat er niet meer aangepaste visplekken zijn. En dat gemeenteambtenaren soms niet goed weten waar hij en andere sportvissers met een lichamelijke beperking behoefte aan hebben. “Gemeenten leggen voor deze doelgroep wel eens een prachtige visstek aan, maar dan is de toegang voorzien van een trapje, liggen er houtsnippers waar je rolstoel helemaal in wegzakt of staat er een hoge reling die je met vissen in de weg zit. Dat is echt zonde.” Aangezien de snoek het hier laat afweten propt Daan resoluut zijn minimalistische uitrusting terug in de rugzak, neemt hij de trapjes en hijst-ie zich met wat hulp in zijn stoel om naar de derde stek te fietsen.
CREATIVITEIT
Dat is een mooie T-splitsing van sloten, waar vismaat Jesse – zeer gewaagd – vangstgarantie geeft. Op deze stek zijn geen voorzieningen, waardoor Daan’s rolstoel wat wegzakt in de zompige graskant. “Hier zou ik in mijn uppie nooit meer wegkomen”, zegt hij lachend. Dat overkwam hem een keer eerder: de helling was omhoog net wat te steil én glad (door de vorming van een ijslaag). Op een andere manier is hij ook stekgebonden. “Eindeloos langs de oevers struinen om de snoek op te zoeken zit er voor mij niet in. Vanwege de rolstoel bevis ik een aantal vaste – goed bereikbare – stekken. Daar vis ik in de regel met dood aas, want dan komt de snoek naar mij toe en hoef ik minder te werpen.” Als extra lokmiddel gebruikt hij sardineolie om een extra sterk geurspoor te creëren zodat de snoek al vanaf een afstandje opmerkt waar het aas ligt. Door in mogelijkheden te denken komt Daan heel ver, maar hij moet soms wel wat aanpassingen doen. Zo vist hij met extra korte hengels (2.10 meter) omdat hij zittend werpt. “Met een lange hengel zou het aas achter mij de grond raken.” Ook draagt hij steevast handschoenen bij het onthaken van een snoek. “Dit omdat ik met mijn handen aan de beugels van mijn rolstoel zit, waar vuil van de grond tegenaan spat. Wondjes op je handen in combinatie met vuil is vragen om infecties”, verklaart Daan.
WINTERSTOP
Ondanks de vangstgarantie gelooft Daan het op een gegeven moment wel en besluit hij naar de laatste stek te vertrekken. Zodra de aasvissen daar te water liggen, vervolgt hij zijn verhaal. “Tijdens het vissen heb ik best wel wat bekijks en vragen omstanders geregeld hoe ik vanuit de rolstoel nou precies te werk ga.” Dan geeft hij vlot tekst en uitleg, want dat kan hij als geen ander: hij is educatief medewerker en dierverzorger in de dierentuin in Anna Paulowna. In de winterperiode komen er minder bezoekers, dus dan heeft hij een ‘winterstop’ van zijn vrijwilligerswerk. “Nu vis ik extra veel. Of kijk ik op YouTube video’s voor extra tips en trucs. Een slimmigheidje wat ik zelf heb bedacht is om met kunstaas rondom de dobber te gooien. Zo hoop ik ‘luie’ snoeken te activeren en aan te zetten om de aasvis te pakken.” Nu de visdag echt op zijn eind loopt past hij deze truc toe, maar de snoeken geven geen sjoege. In een allerlaatste poging succes te boeken draait hij de aasvis tergend langzaam binnen, maar ook dat mag niet baten. “Hopelijk kan ik het snel een keer in het Piet Mondriaanpark proberen. Daar komt een VISparel en HSV de Baars is nog in onderhandeling met de gemeente over een aangepaste visplek aan deze vijver. Wellicht dat dit artikel kan helpen om het belang van dat soort stekken te onderstrepen”, spreekt Daan als afsluitende wens uit.
Veel stekken zijn lastig toegankelijk met een rolstoel; ook plekken die speciaal zijn aangelegd voor mensen met een lichamelijke beperking
Met een
snoekduik verplaatst Daan zich vanuit de rolstoel naar de
onthaakmat
We hoeven bij aankomst op de stek in Schagen niet te zoeken naar Daan. Die komt in zijn rolstoel-fietscombinatie en met een brede lach op zijn gezicht de hoek om scheuren. “Gisteren heb ik tien stekken voorzien van stukjes zeevis om alvast de aandacht van de snoek te trekken”, vertelt hij enthousiast. Als daarna ook vismaat Jesse arriveert, kunnen we van start. “Snoeken doe ik nooit zonder hulp van een maat: de veiligheid van mezelf en de vis staan voorop. Het scheppen laat ik bijvoorbeeld altijd over aan een vismaat. Die helpt me ook weer terug in mijn rolstoel na het onthaken van de vis en maken van de foto”, licht Daan toe. De kans dat de fotograaf straks een snoek op de foto kan zetten, acht Bil vrij groot. Hier ving-ie eerder dit jaar zijn eerste snoek van 2024 – en dat was meteen een metervis. Daarbij is deze stek in Muggenburg prima geschikt voor mensen met een beperking. “Bij de aanleg van deze wijk is daar over nagedacht. Een harde ondergrond tot aan het water en een niet te steil aflopend talud zijn voor mij ideaal”, vertelt Daan terwijl hij zijn reeds opgetuigde hengel voorziet van een ingevroren stuk zeevis en de montage onder zijn eigen kant inwerpt.
SNOEKDUIK
Het begint te miezeren en de wind trekt stevig aan, maar dit deert Daan totaal niet. “Echt snoekweer!”, klinkt het opgewekt. De tweede hengel wordt voorzien van een montage met een dode blankvoorn die hij in het midden van de sloot werpt. Daar heeft de wind aardig vat op de dobber, zodat er een bocht in de lijn ontstaat en de dobber steeds iets opschuift. Soms gaat dat wat schokkerig. Als de dobber plotseling twee verdachte schokjes maakt, zit Daan direct klaar achter zijn hengel. Haarscherp houdt hij alles in de gaten en zodra de dobber even wat dieper in het water zakt zet-ie gelijk de haak. De dril verloopt vlekkeloos en al snel kan een maat de vis voor hem scheppen. Daarna werpt Daan zich opeens met een soort snoekduik uit zijn zetel en landt hij op de onthaakmat. De vis wordt vlot onthaakt, op de foto gezet en mag daarna weer zwemmen. “Met zo’n 50 centimeter was dit de kleinste snoek die ik hier ooit heb gevangen. Maar ook dit puntgave exemplaar telt. Zeker met jullie erbij ben ik heel blij met deze vangst”, zegt Daan nadat zijn vismaat hem weer in de rolstoel heeft geholpen.
POPULAIRE VISMAAT
Nu de eerste vis binnen is, zit Daan duidelijk op zijn praatstoel. “Mijn vaste vismaat kon vandaag helaas niet, dus vroeg ik in een appgroep wie mij bij deze reportage wilde assisteren. Daarna werd ik overspoeld met reacties: in totaal meldden zich veertien man aan, die komen allemaal even langs.” Sinds hij meedoet aan de roofviswedstrijden van Hengelsportvereniging de Baars in Schagen is het vinden van een vismaat geen probleem. Hij kent inmiddels veel gedreven roofvissers die niet te beroerd zijn om hem te helpen en er samen op uit te trekken. “Hé Daan, heb je al wat?”, klinkt het vanaf de brug. De ene na de andere vismaat komt langs en binnen een mum van tijd staat de vissteiger gezellig vol. Iedereen is benieuwd naar de vangsten en hoe Daan het er vanaf brengt. Wanneer de meeste visvrienden vertrekken en de rust terugkeert, stelt de ster van dit artikel voor om te verkassen. Hij klikt de fiets aan zijn rolstoel en zet de trappers – die recht voor hem uitsteken – met zijn handen krachtig in beweging.
ROLMODEL
Nog voordat zijn maat op de volgende stek arriveert, staat Daan al paraat. “Schiet eens op man, we moeten vandaag nog meer vis vangen”, roept hij gekscherend. Daarvoor moet eerst een hobbel worden genomen in de vorm van twee trapjes die naar het water leiden. De onderste is niet te doen met een rolstoel, dus kruipt Daan daar uit en tijgert hij vastberaden richting het water. “Mijn levensmotto is: kan niet bestaat niet. Alles is mogelijk, maar je moet wel doorzetten en er je eigen draai aan geven. Ik wil graag een voorbeeld zijn voor mensen met een beperking om te laten zien dat er nog heel veel wél mogelijk is.”